zondag 22 februari 2015

De bijl


Toen ik door het dorp reed zag ik ineens een ruzie tussen Agnes en Lowie, ze lagen allebei op straat. We haalden beiden uit elkaar. Lowie had maar één doel voor ogen en dat was Julie zijn kind uit de buik van Agnes schoppen. Ik boog me over Agnes en verzorgde haar terwijl aan de andere kant van de straat hysterisch werd gediscussieerd.

Ik lag rustig te slapen tot ik ineens werd gewekt. Er werd geroepen dat Louise haar van kant had proberen maken. Het begon uit de hand te lopen. Ik kon niet bezig blijven met hun bloed te stelpen. Het bloed plakte aan haar handen,benen en armen. Op haar hals zat een grote kras, waarschijnlijk was ze te dronken en te verdwaasd geweest zijn om haar slagader door te snijden. Doodgaan zou ze niet, maar ik was bang dat alle wonden zouden beginnen infecteren. Ik bracht haar naar mijn huis en infecteerde de wonden. Ze brabbelde nog iets ze wou niet dat Thérèse boos op haar was en ze wou niet dat hij verliefd was op haar, maar daarna viel ze als een blok in slaap.

De volgende dag bracht ik Louise naar huis en begon ik met Thérèse te praten over moord op Julien. Ik had een vermoeden dat Louise en Thérèse wisten wie het had gedaan en ik zei haar dat. Thérèse liep naar het deurgat van de woonkamer. Ik zag de bijl nog voor ik haar gezicht zag. En ik wist niet op ik zin had op te schreeuwen. Ze kwam met rappe schreden naar me toe en plantte de bijl in het midden van de keukentafel en zei dat ze dat ook had gedaan met Julien.

Thérèse wilde een kind en wist dat ze nooit aan een man zou geraken, daarom betaalde ze Julien. Eerst kwam hij enkel op zaterdagavond, maar daarna vroeg ze hem meer binnen. Louise werd verliefd op Julien. Op de zaterdagavond van de moord hoorde ze Louise Julien overtuigen om met haar te trouwen. Thérèse hoorde hoe hij zijn liefde verklaarde en die van Thérèse ontkende. En die avond heeft ze hem vermoord.

De bloedneus van Constant


Door zijn dikke,  blauwe oog keek hij geil naar mijn strakke bovenlijfje. Jammer dat Van de Cauter het niet in de gaten had. Constant had nog net niet zijn laatste slok wijn voor Van de Cauters voeten uitgespuugd, toen we zonder kloppen via de achterdeur binnenkwamen. Constant daagde Van de Cauter weer uit door mij er bij te betrekken. Dus Van de Cauter sloeg hem op zijn mond. We wisten dat Constant gelogen had over Alois. Alios en Constant wouden allebei met Thérèse trouwen, Alois uit echte liefde en Constant voor het geld.

Ik was weer naar de boerderij gegaan waar ik Thérèse terugvond in de stallen, ze was de koeien aan het melken. Ze vertelde me dat ze dacht dat haar vader Alois had laten ombrengen. Na het gesprek met Thérèse ging ik weer naar huis, ik overliep alles wat ik in de vorige dagen was te weten gekomen in mijn hoofd. Ik kwam tot de conclusie dat Robert en Alois elk een andere moordenaar hadden.

Bij de barones vond ik Marie met een knappe gespierde man, ik hoorde ze van ver al ruzie maken. De barones kwam over haar toeren bij mij en zei dat ik moest vertrekken, dat ik dit allemaal niet mocht zien. Hij was eindelijk gekomen na veel aandringen, de barones hoopte dat Marie daardoor wat gelukkiger ging zijn. Maar nu hij daar was maakten ze enkel ruzie. Ik probeerde Marie te overtuigen om hem gerust te laten, maar ze wou het niet geloven. Na enkele minuten discussie vertelde me dat ze heeft gezien wie Robert in de boom heeft gehangen, maar dat ze zijn naam niet weet. Dan zei ze dat hij een beeld van Jezus aan de kokin had verkocht.

Ik besloot om naar de kokin te gaan de volgende dag. Toen ik daar was aangekomen had ik enkele vragen gesteld over het beeld, eerst wouden ze niet veel kwijt. Maar uiteindelijk zeiden ze van wie ze het hadden gekocht. Van Constant. De vrouwen uit de keuken hadden de moord van Robert gezien vanuit hun keuken en kregen van Constant het beeld in de hoop dat ze zouden zwijgen.

Ik ging naar het huis van Constant, hij stond al buiten, hij had een mes bij zich en bedreigde mij. Uiteindelijk ben ik van schrik gaan lopen.

Van de Cauter had Constant uiteindelijk gevonden en gearresteerd voor de moord op Robert. Maar nu wisten we nog altijd niet wie Julien had vermoord. We waren terug op de plaats waar we Julien hadden gevonden, maar toen ineens kwam Louise aangehold, ze riep dat er iets was met Thérèse. Ik liep naar de keuken en zag dat Thérèse een miskraam aan het krijgen was. Ze was nog maar drie of vier weken zwanger en zou wou dat het kind dit overleefde…

vrijdag 20 februari 2015

De wijnranken van Constant


Aangezien Maurice zo veel op café zit, kom ik af en toe wel eens te weten wie er met wie heeft gevochten en blijkbaar had de verloofde van Agnes De Poorter vlak voor de dood met Julie De Wever gevochten.  Agnes had een affaire met Julien, maar haar man heeft haar ondank de affaire terug onderdak gegeven. Maar die affaire was niet het enige, Agnes is ondertussen al vijf maand zwanger, haar verloofde Lowie is er zeker van dat het kind van hem is.

Ik was druk aan het praten met de barones om zo misschien iets te ontdekken over de moord op Julien, maar toen kwam haar kleindochter Aurélie binnen met haar zieke papagaai. Na de babbel met de barones ging ik naar buiten, daar lokte een pauw me naar een boom en toen zag ik Maurice hangen… Ik deed mijn armen om zijn benen zodat ik hem een beetje kon opheffen en krijste om hulp. Ik voelde hoe de urine via de binnenkant van zijn broek over mijn armen liep. De dood was altijd stinkend. Uiteindelijk kwamen de knechten mij helpen en sneden ze de strop door. Toen ik Robert beter bekeek zag ik dat zijn hoofd scheef hing op een rare manier en dat zijn kaak rood en geschaafd was. Het was dus geen zelfmoord, de moordenaar moest dus nog vlakbij zijn. Maar de tuin had zo veel uitgangen dat hij waarschijnlijk al lang was ontsnapt.

Ik wou die avond thuis enkele oude dossiers bekijken en hoopte daar iets wijzer uit te worden, maar Maurice zat me zoals gewoonlijk in de weg. Hij bleef me maar ergeren waardoor er ruzie ontstond en waardoor hij naar Gusta vertrok.

Toen ik de volgende dag aankwam in het gemeentehuis vond ik Van de Cauter over zijn toeren weer. Hij was over zijn toeren omdat we nog altijd geen stap dichter waren bij het vinden van de moordenaar. Dus begonnen we nog eens alles van die avond te overlopen. We gingen er vanuit dat  enkel Louise en Thérèse waren thuis, maar niet alle knechten zouden zaterdagavond naar het café zijn gegaan.

Van de Cauter en ik liepen door het dorp, achter de kerk begonnen de heuvels. Helemaal bovenaan lage de wijnranken van Constant Alaerts. We wilden hem enkele vragen stellen over Alios en Robert. Alios was een man die met dezelfde verschijnselen als Julien na een paar maanden dood werd teruggevonden. Deze informatie had ik uit het dossier van mijn vader gehaald. Constant antwoordde niet op onze vragen en daagde Van de Cauter uit, daar heeft hij een mooi blauw oog en een bloedneus aan over gehouden.

Ik begon over Alios tegen Thérèse en ze vluchtte meteen naar boven. Blijkbaar hadden zij en hij iets gehad. Ze vertelde me hoe haar vader tegen hun relatie was, hij had haar zelfs gezegd dat ze met Alios moest breken. Ze vertelde me dat ze na Alios nooit nog wilde trouwen, maar Constant Alaerts heeft daar een stokje voorgestoken.

 

donderdag 19 februari 2015

Bezoek aan Le Bijou


Van de Cauter was me komen halen en we reden samen naar het gemeentehuis is was woedend. Toen we in het gemeentehuis aankwamen zag ik Robert, de knecht van de barones, zitten. Robert zag grauw toen hij voor Van de Cauter werd neergeduwd. De reden dat Robert werd ondervraagd was omdat hij Julien de Wever kende, maar hij had dit voor ons verzwegen. Julien was de neef van Robert. Al snel bleek dat Robert en Julien een goede band hadden, maar Robert wou of kon ons niks vertellen over de moord op Julien daardoor werd Van de Cauter woest.

De volgende dag gingen we naar het huis van de barones, om Robert verder te ondervragen. Maar Robert was nergens te bespeuren, niemand van het personeel wist waar hij was. Toen eindelijk de barones te voorschijn kwam, vertelde ze ons dat Robert een dag vrij had genomen voor de boerderij te bezoeken waar Julien werkte. Daarom besloten we om naar de beorderij te gaan. Daar vonden we Robert stomdronken op het bed van Julien. Hij kraamde allemaal onzin uit, hij zei ook dat hij op het doodsbed van Julien had moeten liggen. Uiteindelijk voerde ik de stomdronken Robert naar huis.

Ik zag de spieren op haar blote armen toen ze het deeg uitrolde. Ze vouwde het dicht, rolde het uit, vouwde het dicht en rolde het weer uit. Terwijl ze bezig was met de deeg en koffie zetten, begon ik enkele vragen te stellen over Julien. Thérèse vertelde me dat Louise nog steeds hele dagen door aan het wenen was, waardoor ze achter raakt met het werk.

Toen ik eindelijk thuis was kon ik eventjes praten met Maurice terwijl we een gebakje van patesserie De Meulenmeester opaten. Het gesprek draaide ook uit naar het onderwerp “Julien De Wever”. Maurice vertelde me dat je hem vaak zag bij de hoeren en daardoor besloot ik om  een van de volgende dagen daar eens een kijkje te gaan nemen.

De eerste keer dat ik Le Bijou was binnengestapt was, was ik letterlijk achteruitgedeinsd. Ik moest daar zijn omdat een van de vrouwen zwanger was en ze had in haar zevende maand een miskraam gekregen. Ze wou me niks vertellen over De Wever omdat ze zwijgplicht heeft net als dokters vertelde ze me. Ze vertelde me juist dat Julien zich na een tijdje beprekte over één meisje die later zwanger bleek te zijn.